De volwassenen dronken koffie, de kinderen speelden. ‘Kijk, de kerk van de toekomst’, zei een oudere vrouw toen ze naar een groepje spelende, rennende kinderen keek die zich tussen de volwassenen door bewogen. ‘Nee’, zei een van de kinderdienstleidsters die ook al wat ouder was: ‘Het is de kerk van nu!’
Het was geen onvriendelijk antwoord, maar het maakte wel duidelijk hoe verschillend je tegen kinderen aan kan kijken. Als zij de kerk van de toekomst zijn, tellen ze dan nu mee? Welke positie en betekenis hebben ze nu?
Sinds ik mee ben gaan doen in de kinderdiensten vraag ik me af hoe we een kerk van alle generaties kunnen zijn. Dat willen we, dat staat bij onze visie: generaties verbinden. Dat klinkt mooi, maar de werkelijkheid is weerbarstig. De vorm van de kerkdienst staat tamelijk vast en de tijd dat kinderen gedwongen werden om stil te zitten is voorbij.
Mijn generatie kan nog wel eens vervallen in de opmerking dat wij vroeger ook gewoon in de dienst zaten en dat we daar niet slechter van zijn geworden. Maar zijn we er geestelijk door gegroeid of zijn we gewend geraakt aan de manieren en gewoontes?
Door de jaren heen ben ik me gaan afvragen hoe ik tegen kinderen aankijk. Mijn verwondering is gegroeid en overal kwam ik dingen tegen die mijn denken veranderden. Misschien ben ik nog het meest verward geraakt door de woorden van Jezus dat we moeten worden als een kind om het Koninkrijk binnen te gaan. Dat zijn grote woorden over kleine mensen. Dat is paradoxaal, maar wellicht een sleutelbegrip om alle generaties te verbinden.
Ik ben me gaan verdiepen in de geestelijke wereld van kinderen en open geworden om te veranderen. Daarover schrijf ik in deze blog, die geen betoog is of een grote pannenkoek. De blog lijkt meer op poffertjes. Dat past ook bij bouwen voor onze kinderen, want de toekomst is nu!