‘Te dien tijde hief Jezus aan en zei: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U.’ Matteüs 11:25-26 (NBG51)

Als er één reden nodig is om kinderspiritualiteit serieus te nemen, dan staat deze uitspraak van Jezus bovenaan mijn lijst. In Matteüs 11 blijkt duidelijk dat het wringt tussen de mensen en Jezus. Ondanks de wonderen die Hij in allerlei steden doet, komen mensen niet tot inkeer. De mensen kijken naar Jezus en wat Hij doet, ze vergelijken Hem met Johannes de Doper en vinden argumenten - vooral voor zichzelf - om Jezus toch op afstand te houden. Wat Jezus of Johannes ook doet, het is niet goed of het deugt niet.

‘In die tijd’ spreekt Jezus dan deze woorden. Jezus wijst op de beperkingen van menselijke argumenten, van wijsheid en verstand. Als je daarop vertrouwt, kom je er niet uit. Je kunt geen vat krijgen op de paradox van wie Jezus is of op zijn paradoxale woorden. Het is ook een mysterie, Zoon van God en Mensenzoon. Maar als je zonder mysterie of paradoxen wil leven, krijg je het erg moeilijk om de wereld om je heen te verdragen.

In Lucas 10:21 spreekt Jezus ongeveer dezelfde woorden: Op dat moment begon Hij vervuld van de heilige Geest te juichen en zei: ‘Ik loof U, Vader, van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan eenvoudigen hebt onthuld’.

Dit is een hoogst ongebruikelijke bewoording, Hij juicht met een ‘geestdriftige’ uitgelatenheid. Dat deze woorden gebruikt worden, betekent voor mij dat het om een bijzondere uitspraak gaat. Jezus looft God dat het zó is en niet anders.

Een kind aanvaardt de werkelijkheid meestal zoals die zich aan hem voordoet: Zo is het! Als je er lang genoeg in leeft, wordt die werkelijkheid normaal. Kinderen hoeven niet altijd te redeneren, maar accepteren wat zich voordoet en leven erin, ermee, en ernaar.

Die zijnswijze van kinderen - tot een bepaalde leeftijd - is kostbaar. Kinderen staan meer open voor wonderen, want ze staan open om de wereld te ontdekken. Ze moeten wel, want zonder verwondering is het onmogelijk om op ontdekkingsreis te gaan. Als wijsheid en verstand de verwondering in de weg staan, dan kun je beter als een kind zijn: gevoeliger voor openbaring.